Verzuim op werk - illustratie - vertrouwenspersoon Werkverzuim

Wet verbetering poortwachter

In het kader van de Wet verbetering Poortwachter dient er bij langdurig verzuim, arbeidsdeskundig onderzoek te worden gedaan naar de arbeidsmogelijkheden van uw verzuimende medewerker. Dit kan zowel in een spoor 1 traject als een spoor 2 traject. Dit onderzoek wordt door één van onze arbeidsdeskundigen afgenomen. Werkverzuim beschikt over ervaren en gecertificeerde arbeidsdeskundigen.

Is er sprake van langdurig verzuim bij een werknemer? Dan geeft een arbeidsdeskundig onderzoek inzicht in wat de re-integratie mogelijkheden zijn om aan het werk te gaan, zowel binnen als buiten de eigen organisatie. Een arbeidsdeskundige brengt de re-integratiemogelijkheden in kaart en geeft advies over de stappen die genomen kunnen worden om de werknemer weer aan het werk te krijgen.

Arbeidsdeskundig onderzoek

Gedurende de eerste 104 weken van verzuim hebben zowel werkgever als medewerker allerlei verplichtingen vanuit de Wet verbetering Poortwachter. De werkgever moet onderzoeken hoe de medewerker naar vermogen kan blijven werken. Wanneer het tweede verzuimjaar ingaat, moet de voortgang in de re-integratie opnieuw worden beoordeeld. Het UWV verwacht een evaluatie waarin onderbouwd wordt wat werkgever en medewerker hebben gedaan aan de re-integratie. Een arbeidsdeskundig onderzoek is hierbij een zeer belangrijk hulpmiddel.

Wanneer duidelijk is dat uw medewerker niet (volledig) kan terugkeren in het eigen werk of ander werk moet gaan uitvoeren, moet er een arbeidsdeskundig onderzoek worden ingezet. Een arbeidsdeskundig onderzoek dient plaats te vinden tussen week 42 en 52 van het ziekteverzuim. In sommige situaties is al eerder duidelijk dat een werknemer niet kan terugkeren in het eigen werk of ander werk bij de werkgever, waardoor het arbeidsdeskundig onderzoek al voor de 42e week kan plaatsvinden.

Hoe gaat het arbeidsdeskundig onderzoek in zijn werk?

De arbeidsdeskundige heeft een gesprek met de medewerker, met u als werkgever en afrondend met beide partijen samen. Het onderzoek vindt plaats op de werkplek. Met behulp van kennis van het werk, wet- en regelgeving, de organisatie en de informatie van de bedrijfsarts ten aanzien van de beperkingen van de medewerker, brengt de arbeidsdeskundige een advies uit. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijkheden van de medewerker en vooral wat hij of zij nog wél allemaal kan.

Tijdens het onderzoek worden de volgende vragen beantwoord:

  • Kan de medewerker terugkeren naar eigen werk?
  • Kan het werk aangepast worden zodat terugkeer naar eigen werk mogelijk is?
  • Is er ander geschikt werk binnen de eigen organisatie?
  • Zijn er mogelijkheden tot werk buiten de eigen organisatie?

Na de gesprekken en bestudering van alle ontvangen informatie maakt de arbeidsdeskundige een afweging en schrijft een rapportage. In de rapportage worden de antwoorden op eerdere genoemde vragen opgenomen. Het rapport wordt naar de werkgever, en de medewerker gestuurd.

Het rapport wordt bewaard in het verzuimdossier en de adviesstappen dienen te worden opgevolgd door werkgever en medewerker. Vanzelfsprekend wordt u hierbij ondersteund door uw casemanager.

Kan de medewerker niet terugkeren naar eigen werk? Bekijk dan meer informatie op Spoor 2 trajecten.

Illustratie Werkverzuim Vertrouwenspersoon

Direct contact met ons opnemen?

Wij staan klaar om u te helpen bij verzuimbegeleiding!